Waarom Myoglobine, CK-MB en Troponine meten?
20/11/2024
Met de nieuwe generatie sneltesten is het mogelijk om op een eenvoudige en uiterst snelle manier de cardiale biomarkers in het bloed te bepalen. Dit kan uitermate nuttig zijn bij patiënten met klachten die kunnen wijzen op hartproblemen. De belangrijkste biomarkers zijn:
- CK-MB
Creatinekinase (CK) is een enzym dat vrijkomt bij spierschade, waaronder schade aan de hartspier. Een verhoogde CK-waarde kan wijzen op een acuut hartinfarct, maar ook op andere vormen van spierschade.
CK-MB is een specifieke isoform van CK die voornamelijk voorkomt in hartspierweefsel. Verhoogde CK-MB-waarden kunnen wijzen op hartschade. - Myoglobine (MYO)
Myoglobine is een eiwit dat vrijkomt bij schade aan spierweefsel, inclusief hartspierweefsel. MYO stijgt zeer snel na een hartinfarct, maar is niet specifiek voor het hart, omdat het ook vrijkomt bij schade aan andere spieren. - Troponine I (cTnI)
Troponine I is de meest specifieke marker voor hartschade. Verhoogde troponinewaarden wijzen bijna altijd op hartschade, bijvoorbeeld door een hartinfarct. Troponine I wordt beschouwd als de gouden standaard voor de diagnose van een hartinfarct. - Snelle triage
De cardiale sneltest biedt snelle informatie die kan helpen bij de besluitvorming of een patiënt al dan niet moet doorverwezen worden naar de spoedeisende hulp. - Bevestiging of uitsluiting van hartschade
Bij patiënten met vage klachten kan de cardiale sneltest helpen om hartproblemen al dan niet uit te sluiten. - Vermijden van onnodige doorverwijzingen
Als de cardiale sneltest negatief is, kan dit de noodzaak van een spoedverwijzing verkleinen, waardoor de druk op ziekenhuizen afneemt. - Monitoring van spier- en hartschade na zware inspanning
- Creatinekinase (CK) en Myoglobine (MYO) stijgen bij sporters vaak na een intensieve training of wedstrijd, omdat er door de zware fysieke inspanning sprake kan zijn van spierafbraak. In de sportgeneeskunde kan de test helpen om de mate van spierbeschadiging te evalueren en om te bepalen of een atleet voldoende hersteld is tussen zijn verschillende trainingssessies.
- Hoewel CK-MB vooral geassocieerd wordt met hartspierweefsel, kan het ook stijgen door skeletspierschade bij intensieve inspanning. In de sportgeneeskunde kan het belangrijk zijn om de CK-MB-niveaus te interpreteren in de context van een totale fysische belasting.
- Evaluatie van mogelijke hartproblemen bij sporters
Troponine I (cTnI) is het meest specifiek voor hartspierbeschadiging. Bij sporters kan cTnI stijgen na een extreme inspanning, zoals een marathon of triatlon, zonder dat dit een directe indicatie is voor een pathologisch hartprobleem. Echter bij blijvend verhoogde cTnI-niveaus, of als de sporter symptomen ervaart die op hartproblemen kunnen wijzen (zoals pijn op de borst of kortademigheid), kan verdere evaluatie noodzakelijk zijn. In dat geval kan de cardiale sneltest bijdragen aan het vroegtijdig opsporen van ernstige cardiovasculaire complicaties. - Beoordeling van overtraining en herstel
De cardiale sneltest kan gebruikt worden om overtraining te monitoren. Verhoogde waarden van CK en MYO kunnen een indicatie zijn dat de spieren onvoldoende hersteld zijn van een eerdere belasting, wat tot overtraining of blessures kan leiden. Sportartsen kunnen de test gebruiken voor het optimaliseren van de training en voor het beoordelen van de belasting van het cardiovasculaire en musculoskeletale systeem. - Differentiaaldiagnose bij acute klachten
Bij sporters die tijdens of na een inspanning een acute pijn ervaren op de borst, kan de cardiale sneltest helpen om een onderscheid te maken tussen hartgerelateerde problemen enerzijds en spierpijn of overbelasting van het skeletspierstelsel anderzijds. Het uitsluiten van een hartinfarct of myocardiale schade door middel van cTnI kan cruciaal zijn om te voorkomen dat een sporter onnodig wordt doorverwezen of te vroeg terugkeert naar inspanning. - Detectie van genetische of structurele hartafwijkingen
Bij sporters met erfelijke of structurele hartaandoeningen kan de cardiale sneltest helpen om de bij inspanning geassocieerde hartsymptomen te monitoren. In dergelijke gevallen kan de test waardevol zijn voor het opsporen van subklinische schade aan de hartspier en om te bepalen of verdere diagnostiek, zoals een ECG, noodzakelijk is. - Fysiologische aanpassing:
Bij goedgetrainde atleten kan er sprake zijn van verhoogde basale niveaus van de biomarkers CK of MYO, wat niet noodzakelijk op een probleem wijst. Dit vraagt wel om een zorgvuldige interpretatie van de resultaten. - Acuut vs. chronisch
Sporters kunnen na een intensieve inspanning acuut verhoogde waarden vertonen, maar het is belangrijk om na te gaan of deze waarden terug normaliseren bij rust, aangezien blijvend verhoogde waarden een indicatie kunnen zijn van onderliggende hart- of spierproblemen. - Virale infecties - COVID19
Elke virale infectie kan een trigger zijn voor myocarditis en daarop volgende ritmestoornissen. Sporters die mogelijks een infectie hebben worden best gescreend.
Het nut van de cardiale sneltest voor de huisarts
Het is duidelijk dat een cardiale sneltest bij de huisarts is aangewezen voor patiënten die zich melden met hartklachten. Een snelle bepaling van de cardiale biomarkers heeft volgende voordelen:
Conclusie
Bepaling van de cardiale biomarkers is dus nuttig in de eerste lijn, maar de huisarts moet er rekening mee houden dat de test een aanvulling is op zijn klinische observatie en anamnese. Het kan dus nodig zijn om aanvullende onderzoeken uit te voeren als de klinische situatie dit vereist.
Het nut van de cardiale sneltest voor de sportarts
Ook in de sportgeneeskunde is het bepalen van de cardiale biomarkers een waardevol instrument. De toepassing ervan verschilt echter van die uit de algemene geneeskunde, omdat een sporter vaak een spier- en hartspierbelasting heeft, die de resultaten van deze biomarkers kan beïnvloeden.
Overwegingen in de sportgeneeskunde
Conclusie
In de sportgeneeskunde is de cardiale sneltest vooral nuttig om spier- en hartschade te monitoren, om een onderscheid te maken tussen inspanningsgerelateerde klachten en medische problemen, en om het herstel van sporters te evalueren. Het blijft echter belangrijk dat de arts de resultaten zorgvuldig interpreteert en rekening houdt met het feit dat verhoogde waarden bij sporters na een inspanning niet altijd pathologisch zijn, maar ook op normale fysiologische reacties kunnen wijzen.